Examples of using Zetje in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij heeft gewoon een zetje nodig.
Laten we hem een zetje geven.
Geef me een zetje, Sam.
soms heeft geloof een zetje nodig.
Zetje knieën op je ellebogen.
Ik denk dat ze een zetje nodig heeft.
Geef haar een zetje.
We kunnen ze een zetje geven.
Hij dacht, dat ze een zetje nodig had.
Je zetje leven voor hem op het spel.
geef je hem een zetje.
We geven je wel een zetje.
Oké.- Ik kan je een zetje geven.
Ik geef je alleen een zetje.
Zetje gasmasker op.
Ik maakte suggesties en gaf hem een zetje in de goede richting.
Geef me een zetje.
Geef me een zetje.
Zetje rugzak op de vloer neer.
Geef 'm een zetje.