Examples of using Zijzelf in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dit was zijzelf, maar waarschijnlijk een paar maanden verder.
Diegene die de regie heeft is zijzelf.
Het is één van die dingen die iedereen ziet, behalve zijzelf.
De arbeid is de maat van alle waarden, zijzelf echter heeft geen waarde.
Zij aanbidden diegenen die machtiger zijn dan zijzelf.
Zijzelf en hun facetten zijn van voor naar achter breed.
Zijzelf was zangeres,
Het is zijzelf.
Ze lijkt gewoon niet zoals zijzelf de laatste tijd.
Ze willen kennelijk dat ik me net zo kleed als zijzelf.
In de meeste opzichten was hij geheel zoals zijzelf.
Zijzelf noemden dit kamp: Timbertown of ook wel: HMS Timbertown.
Maar zijzelf is nergens te bekennen.
Het is de baby of zijzelf.
De begunstigde van haar gedrag is niet zijzelf, maar de zuigeling.
De geschiedenis is gevuld met mensen die iedereen minachten die anders is dan zijzelf.
Behalve zijzelf.
Zijzelf zullen begrijpen hoeveel tijd per dag dat ze moeten worden gevoed.
Zijzelf wordt de verraadster.
Nee, zijzelf.