A LITTLE BIT OF in Dutch translation

[ə 'litl bit ɒv]
[ə 'litl bit ɒv]
een beetje van
bit of
little of
some of
kind of
sort of
nogal
quite
rather
pretty
kind of
little
very
bit
kinda
really
somewhat
iets van
something of
something from
anything from
anything about
any of
some of
anything of
word from
thing of
something off
een stukje van
part of
piece of
lot of
bit of
stretch of
some of
a portion of
chunk of
slice of
a fragment of
een stuk van
part of
piece of
lot of
bit of
stretch of
some of
a portion of
chunk of
slice of
a fragment of
n beetje van
bit of
little of
some of
kind of
sort of
hazenpeper

Examples of using A little bit of in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
I saw a little bit of the funeral on TV.
Ik zag een stuk van de begrafenis op tv.
The Comedian was a little bit of both.
De Comedian was 'n beetje van beide.
Can I get a little bit of that?
Kan ik daar een beetje van krijgen?
We will take off a little bit of your nose.
Haal ik een stukje van je neus weg.
He's a little bit of a drama queen.
Hij is nogal een druktemaker.
So I used to steal a little bit of it now and then.
Dus zo af en toe stal ik er iets van.
Admit it, there's a little bit of me inside of you.
Geef het maar toe, er zit een stuk van mijzelf in jou.
The Comedian has a little bit of both.
De Komiek was een beetje van beide.
I gots to give you a little bit of myself.
Een stukje van mezelf geven.
I was always a little bit of a bleeder.
Ik ben altijd nogal een bloeder geweest.
So I used to steal a little bit of it.
toe stal ik er iets van.
A little bit of your time.
Een beetje van uw tijd.
I gots to give you a little bit of myself.
Ik moet u een stukje van mezelf geven.
That's a little bit of a sore spot with me.
Dat ligt nogal gevoelig voor mij.
And I just need a little bit of that budget.
En daar heb ik maar iets van nodig.
A little bit of both.- Business.
Zaken. Een beetje van beiden.
Have a little bit of your childhood back.
Neem een stukje van je jeugd terug.
It's a little bit of a surprise.
Dit is nogal een verrassing.
I think a little bit of both.
Een beetje van allebei, denk ik.
I gots to give you a little bit of myself.
Lk moet u een stukje van mezelf geven.
Results: 746, Time: 0.0634

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch