ALWAYS TRUST in Dutch translation

['ɔːlweiz trʌst]
['ɔːlweiz trʌst]
altijd vertrouwen
always trust
always rely
always count
always be confident
always depend
vertrouw altijd
always trust
always rely
always count
always be confident
always depend
steeds vertrouwen

Examples of using Always trust in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Always trust me.
Je hebt me altijd vertrouwd.
Always trust your feelings.
Vertrouw altijd op je gevoel.
Always trust Centauri.
Vertrouw altijd op Centauri.
And always trust yourself, of course!
En geloof altijd in jezelf natuurlijk!
Always trust life.
Vertrouw altijd op het leven.
You always trust and you see.
Jij vertrouwt altijd en je ziet.
Always trust your father.
Vertrouw altijd op je vader.
Always trust a bank manager.
Een bankmanager is altijd te vertrouwen.
Always trust your gut.
Vertrouw altijd je water.
I always trust thee.
Ik heb altijd vertrouwen in u.
But always trust your own feelings!
Vertrouw altijd op uw eigen gevoel!
You can always trust your Pal.
Je kunt altijd op Pal vertrouwen.
Always trust your pilot.
Vertrouw altijd op je piloot.
You can always trust me.
Ik ben altijd te vertrouwen.
Always trust your hunches, my dear.
Vertrouw altijd op je ingevingen, meisje.
We could always trust each other regardless of our station.
We hebben elkaar altijd vertrouwd ongeacht onze positie.
Always trust in Mother Elektra.
Vertrouw altijd op Moeder Elektra.
I can always trust.
Ik kan je altijd vertrouwen.
Always trust your Talents.
Vertrouw altijd op je talenten.
One should not always trust appearances.
Je moet niet altijd op het uiterlijke vertrouwen.
Results: 103, Time: 0.0302

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch