ANSWER THAT QUESTION in Dutch translation

['ɑːnsər ðæt 'kwestʃən]
['ɑːnsər ðæt 'kwestʃən]
die vraag beantwoorden
that question
answer that
antwoord geven
answer
respond
reply
antwoord op die vraag
answer to that question
response to that question
reply to that question
answer to this query
beantwoord die vraag
answer that question
die vraag beantwoord
that question
answer that
antwoorden op die vraag
answers to that question

Examples of using Answer that question in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
There is one person here who might answer that question.
Maar één persoon kan antwoord geven op die vraag.
Could he answer that question?
Kan hij antwoord geven op die vraag?
We're hoping you could answer that question.
Hopelijk heb jij daar een antwoord op.
I cannot answer that question.
Ik kan geen antwoord geven op die vraag.
Do I have to answer that question?
Moet ik daar antwoord op geven?
If we could answer that question, we would know who they were.
Als we die vraag zouden kunnen beantwoorden, zouden we weten wie ze waren.
The witness doesn't have to answer that question. He's not on trial.
De getuige hoeft niet te antwoorden Hij staat niet terecht.
To help me answer that question, ladies and gentlemen, professional skateboarder, Jonas Wray.
Die vraag wordt beantwoord… door professioneel skateboarder Jonas Wray.
How about you answer that question?
Waarom antwoord jij die vraag niet?
Unfortunately, we can't answer that question properly.
Helaas kunnen we u hier niet het juiste antwoord op geven.
You are the only one who can answer that question.
Jij alleen kunt die vraag beantwoorden.
In this blog we will answer that question.
In deze Blog zullen we hier antwoord op geven.
I cannot answer that question.
Dat kan ik niet beantwoorden.
We can't answer that question.
Die vraag kunnen we niet beantwoorden.
You don't have to answer that question.
Je hoeft niet te antwoorden.
I am afraid I cannot answer that question.
Ik vrees dat ik deze vraag niet kan beantwoorden.
So that's how I answer that question.
Dus dat is hoe ik deze vraag beantwoord.
I'm not gonna answer that question.
Daar ga ik niet op antwoorden.
I'm not gonna answer that question, either.
Dat ga ik ook niet beantwoorden.
I can't answer that question.
kan ik niet op antwoorden.
Results: 157, Time: 0.0645

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch