GET YOU CLEANED UP in Dutch translation

• je opfrissen
• we je schoonmaken
• gaan je wassen
• we je opknappen
• we je opruimen
• we je oplappen
• maken je propper
• frissen je op

Examples of using Get you cleaned up in English and their translations into Dutch

Let's get you some medicine. Get you cleaned up before we go.
We nemen wat medicijnen voor je mee en frissen je een beetje op.

So let's get you cleaned up and go get your son.
Dus fris je op en ga je zoon ophalen.

Let's get you cleaned up.
We gaan je opknappen.

Let's get you cleaned up.
Laten we je proper maken.

Let's get you cleaned up before supper.
Laten we je opknappen voor het avondeten.

Let's get you cleaned up, come on.
Laten we je wat opknappen, kom.

Let's get you cleaned up and into bed.
Laten we je schoonmaken en ga naar bed.

Come on, lola, let's get you cleaned up.
We gaan je schoonmaken, Lola.

Let's get you cleaned up, okay?
Laten we je wat opfrissen, goed?

Let's get you cleaned up.
Je wat opfrissen.

Let's get you cleaned up.
Laten we je wat opfrissen.

Let's get you cleaned up.
Laten we je gaan schoonmaken.

Let's get you cleaned up before supper.
We gaan je opfrissen voor het eten.

Let me get you cleaned up.
Ik zal je schoon maken.

Let's get you cleaned up before dinner.
Laten we jou gaan opfrissen voor het avondmaal.

Let me get you cleaned up.
Ik zal je zuiver maken.

Let's get you cleaned up.
We frissen je wat op.

Okay, let's get you cleaned up. Hugs work.
Oké, laten we jou opknappen. Knuffels werken.

Get you cleaned up before we go.
Laten we medicijnen halen en je opfrissen voordat we gaan.

Let's get you cleaned up.
Ik zal je even schoonmaken.