CLEAN in Dutch translation

• schoon
• clean
• schoonmaken
• reinigen
• een schone
• zuiver
• proper
• ruim
• rein
• netjes
• opruimen
• reiniging
• strakke
• cleane

Examples of using Clean in English and their translations into Dutch

I run a pretty clean railroad.
Ik beheer een redelijk schone spoorweg.

He's clean on Google.
Hij is proper op Google.

If thou wilt, thou can make me clean.
Indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen.

You don't want to cook and clean.
Je wilt niet koken en schoonmaken.

And I'm clean now.
En ik ben nu clean.

Your soul is clean.
Uw ziel is schoon.

With the same clean lines and characteristic compass legs.
Met dezelfde strakke lijnen en de karakteristieke passervormige poten.

Get in here and clean up this mess.
Kom hier en ruim deze rotzooi op.

Yep. That's clean enough.
Dat is zuiver genoeg. Ja.

I will get you a clean pair.
Ik pak een schone voor je.

Forget how clean it is here.
Ik vergat hoe proper het hier is.

You had me clean the fireplace that year.
Je hebt me de openhaard laten reinigen.

you can't clean.
je kunt niet schoonmaken.

I miss it, but I'm clean.
Ik mis het, maar ik ben clean.

He is clean.
Hij is schoon.

Designed with clean lines and theme colored hardware.
Ontworpen met strakke lijnen en als thema: gekleurd hardware.

Clean living and prayer done lifted the plague.
Rein leven en gebed hebben de plaag verjaagd.

VOICE MUSIC You clean up your own mess.
Ruim je je eigen troep op. STEMMIGE MUZIEK.

You have a clean heart, Rhone.
Je hebt een zuiver hart, Rhone.

Yo, Grim, I'ma need a new clean ride.
Ik heb een nieuwe schone rit nodig. Yo, Grim.