Examples of using Her family in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
The Prime Order was holding her family hostage.
She sacrificed herself for her family.
Her family lives out here.
The church is her family.
De kerk is haar familie.We're her family.
We zijn haar gezin.She's gone Her family died and she got a new one.
Ze is weg. Haar ouders zijn dood en ze heeft nu andere.He brought the head of her family.
Hij heeft 't hoofd van haar familie bij zich.They're her family.
Ze zijn haar gezin.Her family was murdered.
Haar ouders zijn vermoord.Not Laurel, her family.
Niet Laurel, haar familie.She will steal energy for her family.
Ze zal energie stelen voor haar gezin.You know who her family was?
Kent u haar ouders ook?I sense she was murdered with her family.
Ik voel dat ze met haar gezin vermoord is.You know Juliette and her family.
U kent Juliette en haar familie.The lass thought I killed her family.
Dat meisje dacht dat ik haar ouders had vermoord.It's her family.
Het was haar gezin.Yolanda? Stay away from Courtney and her family.
Yolanda?- Blijf weg van Courtney en haar familie.She went back to her family.
Ze is terug bij haar ouders.My sister and her family.
M'n zus en haar gezin.Yes, I'm meeting her family tomorrow.
Ja, morgen ontmoet ik haar familie.
