IMPOSTER in Dutch translation

• oplichter
• bedriegster
• oplichtster
• bedrieger
• imposter
• dubbelganger
• een bedrieger
• impostor

Examples of using Imposter in English and their translations into Dutch

We underestimated the hold the imposter has over them.
We onderschatten de macht die de oplichtster over hen heeft.

That ransomware is a Globe Imposter variant.
Dat ransomware is een Globe Imposter variant.

Whoever that is, she's an imposter.
Het is een bedrieger.

Osterman isn't the imposter.
Osterman is niet de oplichter.

They put an imposter on our team.
Ze hebben een dubbelganger in ons team geplaatst.

Carrie's an imposter.
Carrie is een bedriegster.

She is an imposter.
Ze is een bedrieger.

You had a conversation with the imposter!
U sprak met de oplichtster.

So, any move against the imposter.
Dus elke actie tegen de oplichter.

Why did you let the imposter live?
Waarom liet je de bedriegster in leven?

Ever since I met the imposter.
Sinds ik de bedrieger heb ontmoet.

Apprehend this imposter.
Arresteer deze oplichter.

You think the Mother Confessor is an imposter?
Denk je dat de Biechtmoeder een oplichtster is?

I let Clemmons know we had an imposter on campus.
Ik heb Clemmons laten weten dat we een bedriegster op onze school hebben.

Osterman isn't the imposter.
Osterman is niet de bedrieger.

There's an imposter Aboard the ship.
Er is een oplichter aan boord.

The woman's obviously an imposter!
Ze is duidelijk een bedriegster.

Nikki, she's an imposter.
Nikki, ze is een bedrieger.

He was hunting the imposter.
Hij jaagde op de oplichter.

A common thief! Imposter!
Een ordinaire dief. Bedriegster.