NEED A COMPUTER in Dutch translation

[niːd ə kəm'pjuːtər]
[niːd ə kəm'pjuːtər]
een computer nodig
need a computer
required a computer
hebt een computer
have a computer

Examples of using Need a computer in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
I would need a computer.
zou ik een computer nodig.
You know what, if you need a computer, you can use my laptop.
Je kunt mijn laptop gebruiken. Weet je wat, als je een computer nodig hebt.
You need a computer, a Mac will do it,
Je hebt een computer nodig, een Mac bijvoorbeeld,
Yes, every student needs a computer.
Ja, je hebt een computer nodig.
Ha, who needs a computer?
Wat moet je met 'n computer.
Ken Olsen famously said, nobody needs a computer in the home.
Ken Olsen zei dat niemand thuis een computer nodig heeft.
Who needs a computer, when you can browse the internet on your phone?
U hebt geen computer nodig. U kunt heel eenvoudig op uw telefoon op internet browsen?
I don't need a computer.
Het moet met de computer.
The one who doesn't need a computer?
Degene, die geen computer nodig heeft?
You don't even need a computer or laptop.
U heeft niet eens een computer of laptop nodig.
You only need a computer with internet access.
U hoeft enkel over een PC met internetaansluiting te beschikken.
We no longer need a computer in this department.
We hebben geen dataverwerker meer nodig in deze afdeling.
Not the fact that you need a computer to use it.
Niet het feit dat een computer nodig is om het te gebruiken.
He knew that you would need a computer for doing schoolwork.
Hij wist dat je een computer nodig had om je huiswerk te maken.
They need a computer running Windows 7, first of all.
Ten eerste moeten ze beschikken over een computer waarop Windows 7 is geïnstalleerd.
And he knew you would need a computer for school work.
Hij wist dat je een computer nodig had om je huiswerk te maken.
To achieve this, you need a computer with hardware and software.
Om dat te kunnen bereiken heeft u een computer met hardware en software nodig.
You no longer need a computer!
Je hebt geen computer meer nodig!
You don't need a computer for basic installation.
U hoeft niet een computer voor basisinstallatie nodig.
You will need a computer with internet connection for the system.
U vindt er een computer met internetverbinding voor het systeem nodig.
Results: 4687, Time: 0.0464

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch