NEED TO EAT SOMETHING in Dutch translation

[niːd tə iːt 'sʌmθiŋ]
[niːd tə iːt 'sʌmθiŋ]
moet iets eten
should eat something
got to eat something
wil iets eten

Examples of using Need to eat something in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Here, you need to eat something.
Hier, je moet wat eten.
Baby, you need to eat something.
Schat, je moet wat eten.
I think you just need to eat something, and pretty soon, you will be back to your old self.
Ik denk dat je gewoon iets moet eten en dan zal je je snel terug goed voelen.
I think that you really need to eat something. Cam!
ik denk dat je echt iets moet eten. Cam!
I think that you really need to eat something. Cam!
ik denk echt dat je wat moet eten!
And I need to eat something with meat in it, you multiply that shit by a thousand
En ik wil iets eten met vlees… dus wat je ook doormaakt,
He needs to eat something.
Liz needs to eat something.
Liz moet iets eten.
She needs to eat something. Wait a moment.
Wacht, ze moet iets eten.
I just needed to eat something with a face.
Vertel het niet aan Doug. Ik wilde iets eten met een gezicht.
You need to eat something.
Je moet toch iets eten.
You need to eat something.
You need to eat something.
Maar je moet eerst wat eten.
I just need to eat something.
Ik moet gewoon iets eten.
You really need to eat something.
Je moet echt wat eten.
You really need to eat something.
Je moet echt iets eten.
You definitely need to eat something.
Je moet absoluut wel iets eten.
You will need to eat something.
Je moet iets eten.
You need to eat something first.
Je moet eerst iets eten.
You really need to eat something.
U moet echt wat eten.
Results: 293, Time: 0.0513

Need to eat something in different Languages

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch