THE CANDY STORE in Dutch translation

• de snoepwinkel

Examples of using The candy store in English and their translations into Dutch

She went to the candy store?
Ging ze naar de snoepwinkel?

I went to the candy store. Okay.
Ik ging naar de snoepwinkel. Ok.

Okay. I went to the candy store.
Ik ging naar de snoepwinkel. Ok.

You're the kid in the candy store.
Je bent het jongetje uit de snoepwinkel.

First, we go to the candy store.
Eerst nog even naar De snoepwinkel.

Can somebody take me to the candy store?
Kan iemand me naar de snoepwinkel brengen?

They have been, well, robbing the candy store.
Ze hebben… nou ja, de snoepwinkel berooft.

In the candy store.- She is the coolest cookie.
Zij is de coolste koekje in de snoepwinkel.

Dad, can Kimmy take me to the candy store?
Pap, mag Kimmy me naar de snoepwinkel brengen?

Two, I thought she was going to the candy store.
En ten tweede dacht ik dat ze naar de snoepwinkel ging.

Kimmy, can you take me to the candy store?
Kimmy, kun je me naar de snoepwinkel brengen?

And it was like the new candy at the candy store.
Het was als een nieuw snoepje in de snoepwinkel.

But I know who the man in the candy store was.
Maar ik weet wie de man in de snoepwinkel was.

And Justin saw you come out of the candy store.
Justin zag je uit die patisserie komen.

The Italians are angry at US over the candy store incident.
De Italianen zijn nog steeds kwaad over dat gedoe in die snoepwinkel.

I told him to buy at the candy store. Come on.
Kom. Hij moest ze in de snoepwinkel kopen.

Hey, Jess, is Michelle back from the candy store yet?
Hé, Jess, is Michelle al terug van de snoepwinkel?

like the proverbial kid in the candy store.
het spreekwoordelijke kind in de snoepwinkel.

Don't you remember the candy store that used to be here?
Herinner je je de snoepwinkel niet meer, die hier zat?

So next week, we will buy them at the candy store. Yeah.
Dus volgende week kopen we ze in de snoepwinkel. Ja.