Examples of using Them hell in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
He gave them hell at La Rochelle!
Hij verkocht ze een lel in La Rochelle!Spike! Go give them hell, now.
Spike, geef ze er van los, nu.He gave them hell at La Rochelle!
Hij gaf ze de hel in La Rochelle!So good luck, and give them hell.
Succes, en geef ze hel!Are really giving them hell. And the Russians.
En de Russen geven ze op hun lazer.Ava, whatever you're doing here… give them hell.
Ava, wat je hier ook doet… maak het hels voor ze.Come on, lads, give them hell, and we just got up and rushed forward.
Kom op, mannen,"geef ze op hun donder, en we stonden And rushed forward. Come on, lads, give them hell, and we just got up.
Kom op, mannen,"geef ze op hun donder, en we stonden He has laid His curse upon them and has prepared for them Hell.
Hij vervloekt don't worry about a thing and give them hell.
maak je dan nergens druk om, laat ze de hel zien.has cursed them and prepared for them Hell, and evil it is as a destination.
Hij vervloekt condemnation of God. He has prepared for them hell, a terrible place to live.
God is op He hath gotten ready for them Hell: an ill destination!
Hij vervloekt hath made ready for them hell, a hapless journey's end.
Hij vervloekt Give them hell!
Geef ze van katoen.You give them hell.
Geef ze van katoen.Give them hell. Yeah.
Geef ze van katoen. Ja.Give them hell, Harry.
Geef ze van katoen, Harry.Give them hell, baby.
Geef ze van katoen, schatje.Give them hell, lieutenant.
Geef ze van katoen, luitenant.
