THIS BUSINESS in Dutch translation

• deze business
• dit bedrijf
• deze zaak
• dit vak
• deze branche
• deze handel
• dit werk
• deze sector
• deze industrie
• deze onderneming
• dit gedoe
• die kwestie
• dit beroep
• deze bedrijfstak
• dat gedoe
• deze zakelijke
• deze activiteit
• dit wereldje
• deze firma
• dit zaken
• deze affaire

Examples of using This business in English and their translations into Dutch

In this business, you call that success.
In deze branche noem je dat succes.

We can no longer condone this business.
We kunnen deze handel niet blijven gedogen.

I'm sick of this business.
Ik ben deze zaak beu.

This business requires a certain amount of finesse.
Dit vak vereist een zekere matevan finesse.

But I had nothing to do with this business.
Maar ik had niks te maken met dit bedrijf.

Sell everything, and get out of this business.
Verkoop alles en trek je terug uit deze business.

Use this business invoice to bill your clients.
Gebruik deze zakelijke factuur om uw klanten te factureren.

All this business with Catherine.
Al dat gedoe met Catherine.

This business, It's not you.
Dit werk is niets voor jou.

You call that success. In this business.
In deze branche noem je dat succes.

This business is like riding a bicycle.
Deze handel is als fietsen.

Let's end this business.
Laten we deze zaak beëindigen.

Nobody in this business is stupid enough to buy it.
Niemand in dit vak is stom genoeg om dit te kopen.

God, we work hard in this business.
God, wat werken we hard in deze business.

I don't like this business.
Ik hou niet van dit bedrijf.

If so, this business account will suit you.
Dan is deze zakelijke rekening iets voor u.

This business requires discipline,
Deze sector vergt discipline,

And now this business with the deacon.
En nu dat gedoe met de diaken.

The Agency in this business stands as the intermediator.
Het reisbureau treedt in dit werk op in de hoedanigheid van bemiddelaar.

And in this business, mistakes are usually fatal.
In deze branche zijn fouten meestal fataal.