Examples of using To be taught a lesson in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
They need to be taught a lesson.
He needs to be taught a lesson.
Iemand moet hem een lesje leren.He needed to be taught a lesson.
We moeten hem een lesje leren.He needs to be taught a lesson.
We moeten hem een lesje leren.They need to be taught a lesson.
Ze moeten een lesje leren.The submissive man needs to be taught a lesson!
De onderdanige man moet een lesje worden geleerd!That guy needs to be taught a lesson.
Men moet hem echt een lesje leren.This punk needs to be taught a lesson.
Deze eikel moet een lesje geleerd worden.Mike needs to be taught a lesson.
Mike moet zijn lesje leren.The Czechs, he says, need to be taught a lesson.
De Tsjechen moeten een lesje geleerd worden.And he's going to be taught a lesson.
En hem moet een lesje geleerd worden.No. That little snitch needs to be taught a lesson.
Die kleine klikspaan moet een lesje geleerd worden.- Nee.Have you been a naughty boy who needs to be taught a lesson?
Bent u stout geweest en moet u een lesje geleerd worden?Coto needs to be taught a lesson.
Coto moet een lesje worden geleerd.My imaginary friend needs to be taught a lesson.
Mijn ingebeelde vriend moet een lesje geleerd worden.Imad needs to be taught a lesson.
Imad moet een lesje worden geleerd.He needs to be taught a lesson.
Hij moet een lesje worden geleerd.The pig doesn't know his place, and now he needs to be taught a lesson.
Hij kent z'n plaats niet en we moeten hem een lesje leren.I think Trent needs to be taught a lesson for calling you a fat cow and an ugly whore.
Trent moet een lesje geleerd worden omdat hij je 
