LESSON in Dutch translation

• les
• lesson
• lering
• lesje
• lessen

Examples of using Lesson in English and their translations into Dutch

Not only lesson and working time signaling is made possible with this;
Niet alleen les- en werktijdsignalering wordt hiermee mogelijk gemaakt;

Your lesson has gone to an end Enough!
Jouw lessen zijn afgelopen. Genoeg!

A lesson for us all. Yes.
Ja. Voor ons allemaal een lesje.

We hope that the EU draws a lesson from this whole experience.
We hopen dat de EU lering trekt uit deze hele affaire.

Hans! I am ready for my English lesson.
Hans. Ik ben klaar voor mijn Engelse les.

During lesson and exam periods, local permanence will be ensured.
Tijdens les- en examenperiodes wordt er voor lokale permanentie gezorgd.

In this lesson i will attemp to penetrate your mind.
Tijdens deze lessen zal ikje geest binnendringen.

I know you have learned your lesson.
Ik weet dat jij je lesje geleerd hebt.

Assuredly in their stories is a lesson for men of understanding.
Voorzeker, cr is een lering in hun geschiedenissen voor de bezitters van verstand.

Lesson Player plays back lessons andwill ask questions.
Lesson Player afgespeeld lessen andwill vragen stellen.

Jenna, Christa. Time for your mambo lesson.
Jenna, Christa? Tijd voor jullie Mambo les.

Your lesson has gone to an end Enough!
Jou lessen zijn afgelopen. Genoeg!

Flexible planning of lesson and private study hours.
Flexibele planning van les- en studieuren.

That's your Christmas lesson.
Dat is je Kerstmis lesje.

Take a lesson from the 20th century--.
Trek lering uit de 20e eeuw.

That's not the lesson, Mike.
Dat is niet de les, Mike.

The lesson is over. Enough.
De lessen zijn voorbij. Genoeg.

I'm teaching my brother a lesson.
Ik leer mijn broer een lesje.

The lesson learned: being innovative has its downsides.
Lesson learned: innovatief zijn heeft ook nadelen.

take wisdom and lesson.
neem wijsheid en lering.