FIRST LESSON in Dutch translation

[f3ːst 'lesn]
[f3ːst 'lesn]
eerste les
one lesson
one class
1e les
1 lesson
1 class
allereerste les
eerste lesuur
eerst les
first lesson
les één
one lesson
one class
eerste lessen
one lesson
one class
eerste tangoles
eerste saxofoonles
eerste rijles

Examples of using First lesson in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Not bad for a first lesson.
Niet slecht voor de eerste les.
Driver sits behind the wheel. First lesson.
Les één: De bestuurder zit achter het stuur.
It was the first lesson for both of them.
Het waren voor beiden de eerste lessen.
This is the first lesson.
Dit is de eerste les.
First lesson: Driver sits behind the wheel.
Les één: De bestuurder zit achter het stuur.
Always remember our first lesson, you.
Onthou altijd je eerste les.
First lesson- stick them with the pointy end.
Les één: met de punt steken.
And this is the beginning of that first lesson.
En dit is het begin van die eerste les.
First lesson-- take those into the barn.
Les één: breng die naar de stal.
It's OK for the first lesson.
Het is goed voor een eerste les.
First lesson, loyalty.
Les één: loyaliteit.
I arrived for my first lesson.
Toen ik aankwam voor mijn eerste les.
First lesson is in respect. Oh, shit.
Verdomme. Les één gaat over respect.
I gave her her first lesson.
Ik gaf haar de eerste les.
First lesson… never trust anyone.
Les één: vertrouw niemand.
Not bad for your first lesson.
Niet slecht voor je eerste les.
Never trust anyone. First lesson….
Les één: vertrouw niemand.
Good. That was your first lesson.
Goed. Dat was je eerste les.
First lesson: How"to walk".
Les één: Hoe te lopen.
That's the first lesson.
Dat is de eerste les.
Results: 656, Time: 0.045

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch