TO MAKE A STOP in Dutch translation

[tə meik ə stɒp]
[tə meik ə stɒp]
een tussenstop maken
make a stop
make a stopover
om een stop te maken
to make a stop

Examples of using To make a stop in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
I need to make a stop.
Ik moet nog ergens stoppen.
I got to make a stop.
I need to make a stop.
Ik moet nog ergens langs.
I need to make a stop.
Ik moet nog wat doen, Marilla.
I got to make a stop.
Ik moeten even iets doen.
Sorry we had to make a stop.
Sorry, we moesten nog even stoppen.
Had to make a stop at the cave.
Ik moest een tussenstop maken.
I have to make a stop in Central Park.
We moeten een stop maken in Central Park.
We have to make a stop on the way.
We moeten onderweg een stop maken.
They're great to make a stop for lunch.
Heerlijk om een stop te maken om te lunchen….
Right, got to make a stop first.
Oké, ik moet eerst nog ergens naar toe.
To the airport. We have to make a stop.
We moeten onderweg een stop maken. Naar het vliegveld.
I, uh, got to make a stop.
Ik moet nog iets doen.
I need to make a stop first. Yeah.
Ik moet eerst nog ergens naar toe.- Ja.
He was going to make a stop before leaving.
Hij ging nog een bezoekje brengen voor hij vertrok.
I'm gonna need to make a stop.
Ik moet een tussenstop maken.
I'm going to need to make a stop.
Ik moet een tussenstop maken.
We got to make a stop.
We moeten een tussenstop maken.
I need to make a stop.
Ik moet even een tussenstop maken.
I need to make a stop before we go to the airport.
Ik moet nog een tussenstop maken.
Results: 5664, Time: 0.0502

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch