AFSPRAAK in English translation

appointment
afspraak
benoeming
aanstelling
aanwijzing
deal
afspraak
omgaan
te maken
overeenkomst
behandelen
afhandelen
gaan
akkoord
afrekenen
aanpakken
meeting
vergadering
bijeenkomst
ontmoeting
ontmoeten
afspraak
bijeen
zitting
gesprek
bespreking
voldoen
date
datum
hoogte
heden
dateren
dusver
daten
tijdstip
uitgaan
datering
data
agreement
overeenkomst
akkoord
overeenstemming
afspraak
instemming
overleg
verdrag
toestemming
contract
arrangement
regeling
afspraak
opstelling
overeenkomst
rangschikking
schikking
plaatsing
indeling
bewerking
ordening
bargain
afspraak
onderhandelen
koop
voordelig
onderhandel
een koopje
marchanderen
handelgedreven
rendezvous
rendez-vous
afspraak
ontmoeting
ontmoetingsplaats
ontmoeten
ontmoetingspunt
trefpunt
ontmoetingsplek
verzamelpunt
verzamelplaats
engagement
betrokkenheid
verloving
afspraak
inzet
opdracht
bevlogenheid
verlovingsring
to meet
te ontmoeten
te voldoen
te zien
te leren kennen
om tegemoet te komen
kennis
aan voorstellen
te spreken
kennismaken
voor een ontmoeting

Examples of using Afspraak in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Annuleer m'n afspraak met Harry.
Cancel my meeting with Harry.
Een afspraak is een afspraak, hè, dokter?
A bargain's a bargain, eh, doctor?
Dat is niet de afspraak die ik met hem maakte.
That wasn't the agreement I made with him.
Ik heb een afspraak met Diana vanavond.
I have a date with Diana tonight.
De afspraak was twee voor één.
The deal was two- for- one.
Ik heb een afspraak met Kim Masters.
I got an appointment with Kim Masters.
Afspraak terug hier in 100 dagen, soldaat.
Rendezvous back here in 100 days, soldier.
Haar laatste romantische afspraak bleek uiteindelijk een enorm hoog risico.
Her last romantic engagement turned out to be extremely high-risk.
Het was een afspraak tussen Víctor en m'n moeder.
It was an arrangement between Victor and my mother.
Ik heb mijn afspraak met Mr. Dean al bekend.
I have already confessed my bargain with mr. dean.
Mijn afspraak was met je stiefvader.
My agreement was with your stepfather.
Afspraak met een rock 'n' roll ster.
Date with a rock'n' roll star.
Ik zeg de afspraak met de kolonel af.
I'm canceling the meeting with the colonel.
De afspraak die hij maakte met Jonah's vrouw.
A deal he made with Jonah's wife.
Ik heb een afspraak met de professor.
I have an appointment with a professor.
Ik heb een afspraak met de advocaat.
I got to meet with the lawyer.
Lk had een afspraak met luitenant Gruber.
I had a rendezvous with lieutenant gruber.
Onze afspraak met de Fransman was alleen voor onze dochter.
Our arrangement with the Frenchmanwas for our daughter only.
Dat was niet de afspraak die ik met hem heb gemaakt.
That wasn't the agreement I made with him.
Ik had een afspraak met iemand.
I had a date with someone.
Results: 27813, Time: 0.0787

Top dictionary queries

Dutch - English