TO USE A COMPUTER in Dutch translation

[tə juːs ə kəm'pjuːtər]
[tə juːs ə kəm'pjuːtər]
om een computer te gebruiken
to use a computer

Examples of using To use a computer in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
I know how to use a computer.
Ik weet hoe een computer werkt.
You want to learn how to use a computer?
Wil je leren hoe je een computer moet gebruiken?
She didn't even have to use a computer, Gibbs.
Ze hoefde niet eens een computer te gebruiken, Gibbs.
He's never learned how to use a computer.
Hij heeft nooit leren werken met een computer.
I don't know how to use a computer or a radar.
Ik weet niet hoe je een computer of een radar moet gebruiken.
Nothing much unless you want to use a computer or cell phone.
Niet veel, tenzij je een computer of een mobieltje wil gebruiken.
Mozambique, are you sure you know how to use a computer?
Mozambique, weet je wel hoe je 'n computer moet gebruiken?
You will need to use a computer to do this. Steps.
Je hebt een computer nodig om dat te doen. Stappen 1.
I don't know how to use a computer. You guys think.
Ik weet niet hoe ik een computer moet gebruiken.
I had to use a computer at Watts' lab for the analysis.
Voor de analyse gebruikte ik een pc in Watts' lab.
You guys think… I don't know how to use a computer.
Jullie denken… dat ik niet weet hoe een computer werkt.
With this program I was able to learn to use a computer.
Via dit programma kon ik leren werken met de pc.
You do know how to use a computer, don't you, old man?
Je weet toch hoe je een computer moet gebruiken, hè ouwe?
If you need to use a computer, I can take you to the library.
Als je een computer moet gebruiken, breng ik je naar de bieb.
Did you know that you need to use a computer for all the exam sections?
Wist u dat u bij alle examenonderdelen een computer moet gebruiken?
I can take you to the library, ok? Look, if you need to use a computer.
Als je een computer moet gebruiken, breng ik je naar de bieb.
How to teach a child to use a computer.
Een kind leren hoe het een computer moet gebruiken.
Therefore, it is important to teach a child to use a computer.
Daarom is het belangrijk om een kind een computer te leren gebruiken.
today it is possible for anyone to use a computer in freedom.
het tegenwoordig voor iedereen mogelijk is om een computer in vrijheid te gebruiken.
Eventually, you won't have to use a computer when you need to change something in the store.
Uiteindelijk, je hoeft niet op een computer te gebruiken wanneer u het nodig om iets in de winkel te veranderen.
Results: 10418, Time: 0.041

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch