Voorbeelden van het gebruik van Adresse in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Computer
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Das ist seine Adresse.
Bring das zu dieser Adresse.
Ich schicke euch gleich die Adresse.
Ik stuur de adressen.Sein Name und seine Adresse.
Dit zijn z'n naam en adres.Zu der Adresse auf dem Umschlag. Wohin?
Waar bezorgen? Naar de adressen op de enveloppen natuurlijk?Sein Name, seine Adresse.
Z'n naam en adres.Telefonnummer, Adresse und Name.
Telefoonnummers en adressen.Kein Name, keine Adresse.
Geen naam of adres.Eric soll die Adresse schicken.
Laat Eric de adressen sturen'.Adresse geändert tulip.
ADRES GEWIJZIGD.Wir haben seine adresse. halt ihn hin.
WE HEBBEN Z'N ADRES, HOU HEM AAN DE PRAAT.Adresse geändert- ja.
ADRES GEWIJZIGD.Geheime adresse in bobrynsk.
EEN GEHEIM ADRES BOBRINSK.Deine Adresse hab ich ja schon. Verstecken kannst du dich also nicht vor mir.
Ik heb je adres, je ontglipt me niet.Ich will eine Adresse, keine Schätzung.
Ik wil een adres, geen volkstelling.Adresse konnte nicht geöffnet werden.
Kon URL niet opstarten.Du hast meine Adresse, nicht wahr?
Niet? Jullie hebben m'n adres,?Wir brauchen Ihre Adresse, dann schicken wir Ihnen Infos für Ihre Freunde.
Der Tote hatte eine Adresse.- Einen komischen Fall haben Sie hier.
Je slachtoffer had 'n adres. Rare zaak.Das war nicht alles, wirf einen Blick auf Mr. Jarvis Adresse.
Kijk eens naar het adres van Mr Jarvis.
