Voorbeelden van het gebruik van Anker in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Nein, nein. Junior sollte der Anker sein.
Die Anker stecken fest.- Was?
Er musste der Anker für Freyas Zauber sein.
Hij moet het anker voor Freya's spreuk geweest zijn.Anker auslösen.
Ankers uitwerpen.Carlos ist wie der Anker dieses Schiffes.
Carlos is het anker van dit schip.Die Anker sind schwer, Gideon.
Ankers los, Gideon.Du bist mein Anker, während ich mich konzentriere.
Wees mijn anker terwijl ik me concentreer.Eine Socke ist kein Anker.
Sokken zijn geen ankers.Weiße Fracht Shorts und blauen Anker Shirt für ken.
Witte cargo broek en blauwe ankers shirt voor ken.ist mein Anker.
is m'n anker.Leben im Ausland hatte meinen Preis Anker deutlich gesenkt.
Wonen in het buitenland mijn prijs ankers had aanzienlijk verlaagd.Du bist mein Anker.
Jij bent mijn anker.Du weißt, wo der Anker ist. Lügen.
Je weet waar het anker is. Liegen.Sie haben Anker geworfen.
Ze hebben de ankers laten vallen.Katie war mein Anker.
Katie was mijn anker.Die Anker trennen.
Snij de ankers los.Ein Adler mit einem Dreizack und einem Anker.
Een adelaar met een drietand en een anker.Die Anker stecken fest.- Was?
Wat? De ankers zitten vast?Danny ist unser Anker.
Danny is ons anker.Diese Mädchen sind wie Anker.
Die vrouwen zijn ankers.
