BENS - vertaling in Nederlands

• ben
• bens
• ben's

Voorbeelden van het gebruik van Bens in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ich half Bens Mutter.- Ja.
Ja. Ik hielp Bens moeder.

Zwei Tage nach Bens Entlassung.
Twee dagen nadat Ben werd ontslagen.

Auf immer und ewig in Bens Kopf.
Voor eeuwig in Ben's hoofd.

Wann haben Sie erfahren, dass lan Bens Vater ist?
Wanneer kwam je erachter dat Ian Bens vader was?

Ich muss zu einem Quiz mit Bens Freunden.
Ik moet naar een trivia-avond met Ben.

Nein, er ist in Bens Kopf. Nein.
Nee. Nee, het zit in Ben's hoofd.

Es ist Bens Asche.
Het is Bens as.

Auf Bens Bleiben zu bestehen… …war ein Machtbeweis.
Kon ik bewijzen dat ik de baas was. En door Ben te laten blijven.

Was machst du zu Bens Geburtstag?
Wat ga je doen voor Ben's verjaardag?

Bens Partner, seit drei Jahren.
Al drie jaar.- Bens partner.

Sie hat vielleicht mit Bens Tod zu tun.
Ze kan betrokken zijn bij Ben Nasers dood.

Du bist Bens Sohn.
Je bent Ben's zoon.

Ich bin Bens Tochter!
Ik ben Bens dochter!

Sie wollten Bens Sandwich.
Ze wilden dat broodje van jou, Ben.

Sie sind Bens Boss!
Jij bent Ben's baas!

Sind das Bilder von Bens Handy?
Zijn dat foto's van Bens gsm?

Ich bin im Bilde über Bens und Preetas Hochzeit.
Ik ben op de hoogte van Ben en Preeta's bruiloft.

Damit sie Bens Fall abschließen.
Zo konden ze Ben's zaak afsluiten.

Das war Devis und Bens Ding.
Dat was Devi en Bens ding.

Rebeccas Tod rettet vielleicht Bens Leben.
Rebecca 'r dood kan Ben zijn leven redden.