Voorbeelden van het gebruik van Buchhalter in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Meine Buchhalter sagen, ich soll Geld ausgeben.
Ich bin sein Butler, nicht sein Buchhalter, Sie dummer Arsch.
Wie:"Hallo, ich bin Alexander, ich bin Buchhalter.
Und Buchhalter sind wirklich langweilig.
Buchhalter wissen zumeist viel.
Boekhouders weten meestal veel.Wir haben seinen Buchhalter gesprochen.
We hebben z'n boekhouder gesproken.Ich kann nicht glauben, dass Sie mein Buchhalter sind.
Ik kan niet geloven dat jij mijn accountant bent.Kinocharts langweilen mich, der Scheiß ist was für Buchhalter.
Kassuccessen zijn saai. Iets voor accountants.Die Buchhalter sind da.- Ja, Dory?
De boekhouders zijn er.-Ja, Dory?Ich habe auch diesen Brief von Ihrem Buchhalter Mr. Mattingly.
Ik heb ook deze brief van uw accountant, Mr. Mattingly.Ja! Mein Buchhalter Geoffrey!
Ja, m'n boekhouder Geoffrey!Die sind auch unsere Buchhalter.
Ze zijn ook onze accountants.Er, zwei Buchhalter und eine Sekretärin.
Hij, twee andere boekhouders en een secretaresse.Er ist mein Buchhalter.
Hij is mijn accountant.Nein, er ist mein Buchhalter.
Nee, hij is m'n boekhouder.Ende 2000 wurden spezielle Broschüren für Informatiker und Buchhalter veröffentlicht.
Eind 2000 zijn specifieke brochures voor informatici en accountants gepubliceerd.Ja, aber nach meinen Erkenntnissen irren sich die Buchhalter.
Ja, maar mijn bevindingen stellen de boekhouders in het ongelijk.Ich war Buchhalter.
Ik was een boekhouder.Aber er war Buchhalter, richtig?
Maar hij is een accountant, nietwaar?Militärführer, Jobmanager, Buchhalter und andere.
Militaire leiders, werkbegeleiders, accountants en anderen.
