Voorbeelden van het gebruik van Caesar in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ihr Moderator, Caesar Flickerman!
Nicht jetzt, Julius Caesar.
Niet nu, Julius Caesar.Ich bin Caesar Flickerman.
Ik ben Caesar Flickerman.Gestern Abend las ich noch mal die Kommentare von Caesar.
Chick will das einwöchige"imperator-Paket" im Caesar' Palace.
Chick wil 'n week luxe-arrangement in Caesar's Palace.Weil Caesar auftauchte und sich das verfluchte Band schnappte.
Besuch des rheinland-pfälzischen Justizministers P. Caesar.
April bezoek van P. Caesar, minister Wenn wir den Schatz nicht zurückgeben, kommt Caesar mit allen Legionen.
Als we deze schat niet onmiddellijk aan Caesar teruggeven, zal hij hier met al zijn legioenen verschijnen.Ich wollte Caesar nicht mit Nichtigkeiten belästigen.
Ik wou de grote Caesar niet met zulke kleinigheid lastigvallen.Je näher man Caesar ist, desto größer ist die Angst.
Hoe dichter je bij Caesar komt, hoe banger je wordt.Einer bei Cooley. Ein Gangster namens Caesar.
Een kat met de naam Caesar.Caesar distanzierte sich von der Politik Sullas.
Caesar oder Cäsar? Caesar? .
Cezaar" of"Caesar"?Er sollte Caesar belohnen für alle Triumphe, die er für Rom holte.
Het was bedoeld om Caesar te eren en hem te danken voor z'n triomfen.Caesar. Ein anderer.
Een andere Caesar.Und Mr. Caesar ist auf seiner Yacht. Er ist Mr. Caesars Fahrer.
Hij is de chauffeur van Mr Caesar, en die is gaan varen met z'n jacht.Ich kann nicht mehr.- Caesar, Caesar! .
Caesar, Caesar, Caesar, Begraben will ich Caesar, nicht ihn preisen.
Ik kom om Caesar te begraven, niet Uh, da waren nur ich und Caesar, mein Hund.
Ik liep daar met Caesar, mijn hond.Caesar oder Cäsar?
Cezaar" of"Caesar"?
