Voorbeelden van het gebruik van Castiel in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Du solltest es besser wissen, Castiel.
Dat weet jij beter dan iedereen, Castiël.Sam, Dean und Castiel werden mich vermissen.
Morgen wirst du knien, Castiel.
Morgen kniel je, Castiël.Ich bin immer noch einfach nur Castiel.
Ik ben gewoon Castiël.Wir werden sie finden, Castiel.
We zullen ze vinden, Castiel.Du kannst uns retten, Castiel.
Je kunt ons redden, Castiël.Was ist passiert? Dumah. Castiel.
Dumah. Wat is er gebeurd? Castiel.Aber was bist du, Castiel?
Wat ben jij, Castiël?Ich habe geglaubt, Castiel.
Ik geloofde, Castiel.Raphael…- Morgen wirst du knien, Castiel.
Morgen kniel je, Castiël.Sam, Dean und Castiel.
Sam, Dean en Castiel.Du bist nicht Castiel.
Jij bent Castiel niet.Nein. Sein Name ist Castiel.
Nee, hij heet Castiël.Mein Name ist Castiel.
Mijn naam is Castiel.Er ist tot, Castiel.
Hij is dood, Castiël.Ich vermute mal, das warst du, Castiel.
Ik denk dat jij dat was, Castiel.Ich habe geglaubt, Castiel.
Ik geloofde in de Hemel.Und wer befahl wohl, Castiel zu ergreifen?
En wie denk je dat de opdracht gaf om Castiel te vangen?Wenn du mich tötest, schließen sich meine Leute Castiel an.
Als je mij neersteekt rennen al m'n mannen naar Castiel.Lieber Castiel, könntest du vielleicht deinen Arsch aus dem Himmel hier runterbewegen?
Beste Castiël, die zich nu vast uit de voeten maakt voor de Hemel… we bidden
