Voorbeelden van het gebruik van Fletch in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Komm schon, Fletch.
Fletch, hey.
Fletch, luister.Vergiss es, Fletch.
Vergeet het maar, Fletch.Fletch, er lügt.
Fletch, hij liegt.Fletch wird uns retten.
Fletch zal ons redden.Viel Glück, Fletch.
Succes, Fletch.Nenn mich Fletch.
Zeg maar Fletch.Fletch ist dein Verlobter.
Fletch is jouw verloofde.Mein Name ist Fletch.
Ik ben Fletch.Was? Fletch!
Fletch.- Wat?Alles klar, Fletch?
Alles goed, Fletch?Ich arbeite, Fletch.
Ik heb dienst, Fletch.Fletch, geh ans Telefon.
Fletch, neem je telefoon op.Jetzt komm, Fletch.
Kom zitten, Fletch.Nur Fletch. Nur Fletch? .
Gewoon Fletch. Gewoon Ich nehme Fletch mit.
Ik vraag Fletch mee.Wo bist du, Fletch?
Waar ben je, Fletch?Wer ist das? Fletch!
Fletch, wie is daar?Nennen Sie mich"Fletch.
Zeg maar Fletch.Ich bin Fletch. Geometry Fletch. .
Ik is Fletch, Geometrie 
