FLUX - vertaling in Nederlands

• flux

Voorbeelden van het gebruik van Flux in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Der FLUX ist ein kompakter,
De FLUX is een compacte

Ich heiße Aeon Flux.
Mijn naam is Æon Flux.

Vorm Flux.- Was ist der Flux?
De Flux.- Wat is de Flux?

Flux läuft zum Hof.
Flux gaat richting binnenplaats.

Was ist der Flux?
Wat is de Flux?

Vor dem Flux. Was ist der Flux?
De Flux. Wat is de Flux?

Was ist der Flux?- Vorm Flux..
Wat is de Flux?- De Flux..

Der Flux steht uns bevor.
De Flux staat voor de deur.

Wann wird dieser Flux erwartet?
En wanneer zal deze Flux plaatsvinden?

Sithandra! Erschießt Flux zuerst!
Sithandra…- Schiet Flux als eerste neer!

Der Flux war keine Störung.
De Flux was geen ongeluk.

Diese Objekte nennen es den Flux.
Die objecten, noemen ze het de Flux?

Erst wird der Flux zerstört.
De laatste Flux vernietigt.

Weil The Flux es nicht muss?
Omdat The Flux niet begerig is?

Cyberflotte im Sog des Flux gefangen.
Cyberfleet gevangen in de hausse van de Flux.

Genau das ist der Flux!
Dat is wat de Flux is!

Sithandra! Erschießt Flux zuerst!
Haal Flux eerst naar beneden. Sithandra!

Nein. Schon bald wird der Flux.
Binnenkort zal de Flux… Nee.

Der Flux. Den haben die Lupari gesehen.
De flux! Dit is wat de Lupari hebben gezien.

Was löst diesen Flux aus?
Wat veroorzaakt deze flux?