Voorbeelden van het gebruik van Grippe in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Sie hat mich mit Grippe angesteckt.
Vielleicht hab ich Grippe.
Nein, nein. Der hat die Grippe.
Nee, die heeft de griep.Wohl nur die Grippe.
Waarschijnlijk een griepje.Ich wusste nicht, dass Jessica die Grippe hat.
Ik wist niet dat Jessica griep had.Es kann mehr als eine Grippe sein.
Dit kan ernstiger zijn dan een griepje.Arthur hat Grippe.
Arthur heeft de griep.Es ist mehr als nur eine Grippe.
Het is meer dan een griepje.Ich hatte letzte Woche Grippe.
Ik had vorige week griep.Es ist nur die Grippe.
Het is echt maar 'n griepje.Er sagte, er hat Grippe.
Hij zei dat hij griep had.Oder eine Grippe.
Of een griepje.Ich habe eine Grippe oder so was.
Lk heb 'n griepje opgelopen.Die Pest damals war auch nur eine Grippe.
De pest was ook maar een griepje.Es ist eine Grippe.
Het is maar een griepje.Wegen grippe geschlossen.
GESLOTEN WEGENS GRIEP.Antrodia Camphorata Extrakt kann dem Virus widerstehen, Grippe und Darmvirus verhindern, Immunität erhöhen.
Antrodia Camphorata-extract kan weerstand bieden aan het virus, influenza- en darmvirus voorkomen, de immuniteit verbeteren.Nelson hat sich mit Grippe krank gemeldet.
Nelson's is ziek met een buikgriepje.Bei Erkältungen und Infektionskrankheiten Grippe, Husten, Erkältung, Tuberkulose.
Met verkoudheid en infectieziekten griep, hoest, verkoudheid, tuberculose.Asthmatische Kinder, Grippe in jedem Winter durch falsches Heizen?
Astmalijder kinderen, griep in elk winter door verkeerde verwarming?
