Voorbeelden van het gebruik van Kelch in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Alle wollen den Kelch.
Iedereen wil de Levensbeker.Gib mir den Kelch, oder du stirbst als dreckiger Hexenmeister.
Der Blütenstiel ist ungefähr so lang oder länger als der Kelch.
De stijl van de pas uitgebloeide bloem is even lang of langer dan de kelkbuis.Achsel. Kelch röhrenförmig.
oksel. Calyx buisvormig.Wir wissen nicht, wo der Kelch ist.
Wir müssen den Kelch finden.
We moeten de Levensbeker vinden.Der Kelch vom letzten Abendmahl.
De beker van het Laatste Avondmaal.Wir suchen einen Kelch.
We zijn op zoek naar een kelk.Sag uns, wo der Kelch ist, sonst stirbt dein Freund.
Vertel ons waar de Beker is of je grappige vriend sterft.Wir lassen Nik einfach in diesen Kelch bluten.
We laten Nik gewoon in die kelk bloeden.Wer trinkt aus dem Kelch der Magie?
Wie durft er uit de magische beker te drinken?Das ist der Kelch.
Dat is de kelk.Bei ihnen finden wir den Kelch.
Daar vinden we de beker.Wir kriegen den Kelch nicht.
We krijgen de kelk niet.Ist doch seltsam, oder? Kein Kelch.
Dat is ietwat vreemd, nietwaar? Geen kelk.Kelch des Herrn trinken und aus dem Kelch des Teufels.
En de beker van de duivel. Gij kunt niet drinken van de beker van de Heer.Sarah, ich muss wissen, wo der Kelch ist.
Sarah, ik moet weten waar de kelk is.Ihr habt aus dem Kelch der Dunkelheit getrunken.
Jullie hebben al uit de duistere beker gedronken.Du hast aus dem Kelch des Dionysos getrunken.
Je hebt uit de Kelk van Dionysus gedronken.Und wenn ich dir den Kelch gebe?
En als ik je de Beker geef?
