Voorbeelden van het gebruik van Margo in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Sehr romantisch. Lucifer, Margo und Zack stecken dahinter.
Seit Margo weg ist,
Sinds Margot weg is,Über Margo Taft.
Over Margo Taft.Margo, du hast uns das Leben gerettet.
Margot, je hebt onze levens gered.Wo Margo und Eliot.
Waar Margot en Eliot.Das geht nicht. Margo und ich wollen noch in die Mall.
Margot en ik gaan naar het winkelcentrum.- Dat kan ik niet.Dass Margo einen Tritt bekam.
Die schop onder Margo's achterste.Margo, bleib hier.
Margot, blijf maar.Warte, Margo. -Nein.
Wacht, Margot.- Nee.Los geht's, suchen wir Margo!
Op zoek naar Margo.Und nicht nur, was Margo angeht.
En niet alleen met Margo.Wir sind hier, um den Verkauf des Anwesens 9809 Margo zu diskutieren.
Denken Sie daran, die Minion-Kette bildeten sie Margo und Gru zu sparen!
Denk aan de minion-keten vormden ze naar Margo en Gru besparen!Eigentlich bin ich Margo.
Eigenlijk is het Margo.Eigentlich heiße ich Margo.
Eigenlijk is het Margo.Sag es Margo nicht.
Zeg maar niks tegen Margo.Ich werde Sie Margo vorstellen.
Ik ga je aan Margo voorstellen.Viele Zuschauer wollten zwar lieber ein anderes Mal kommen, um Margo zu sehen.
Veel toeschouwers kwamen natuurlijk liever een keer terug voor Margo.Wenn du einfach nur den Wein trinkst, Margo.
Je voelt je vast beter als je de wijn drinkt, Margot.Wir brauchen… Margo?
We moeten… Margot?
