Voorbeelden van het gebruik van Ottos in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Sie sind in Ottos Werkstatt.
Die Turners haben Ottos Software gestohlen.
Tumbler, bring mit Kipden letzten Wagen in Ottos Werkstatt.
Tumbler, jij en Kip brengen het laatste busje naar Otto.Unsere Kryptographen analysieren gerade Ottos Software.
Onze ontsleutelaars analyseren Otto's software momenteel.Stefan Dunker und Ottos Stimme.
Stefan Denker heeft de stem van Otto.Der ist ja riesig. Das ist Ottos Luchador Monster-Truck.
Gigantisch. Dit is Otto's luchador- monstertruck.Vielleicht möchtest du morgen auf Onkel Ottos Pony reiten.
Misschien vind je het leuk om morgen op oom Otto's pony te gaan rijden.Nur die Ottos. -Nur die Ottos.
Alleen de Otto's. Alleen de Otto's.Was machst du hier? Ottos Enkelin.
Wat doe je hier? Otto's kleindochter.Ja, Ottos beschützen! Ottos beschützen!
Bescherm de Otto's. Ja, bescherm de Otto's.Big Ottos Schwester arbeitet immer noch für die A.D.A. in Lodi.
De zus van Big Otto werkt nog voor Justitie in Lodi.Ottos Mutter starb unerwartet.
De moeder van Otto stierf onverwacht.Die Regentschaft Ottos entwickelte sich rasch zur Schreckensherrschaft.
Het regentschap van Otto ontaarde als snel in een schrikbewind.Im Heere Ottos des Großen war Michael am Kampf in Böhmen beteiligt.
Michael nam in het leger van Otto I de Grote deel aan de strijd in Bohemen.Er war damit ein Urenkel Kaiser Ottos des Großen.
Zij waren zuster en broer van keizer Otto I de Grote.Dennoch blieb Ottos Einfluss auf die oppositionelle Politik groß.
Auf Ottos Bitte belauschen Margot
Op verzoek van Otto volgen MargotUnd Sie sind in Ottos Büro eingebrochen, und was haben Sie gekriegt?
Jullie braken in het kantoor van Otto en Wat hebben jullie?sieht Ottos Mord an Toric nach einem organisierten Zug aus.
lijkt de moord van Otto op Toric op een georganiseerde moord.Von 937 bis 951 ist er als Erzkanzler und Erzkapellan Ottos I. belegt.
