Voorbeelden van het gebruik van Pisst in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Du wirfst jetzt die blöde Yankee-Jacke auf den Boden… und pisst darauf.
Du pisst mich total voll!
Nicht mehr lange, und Ihr Sohn pisst Blut. Verflucht.
Du pisst doch nicht ins Bett, oder?
Je gaat toch niet pissen, hè?Du pisst mir auf die Füße!
Je pist over mijn voeten!Einen Clown in die Toilette für Weiße pisst.
Een clown die in het cowboytoilet plast.Kein Verrückter, der flucht oder auf die Straße pisst.
Geen idioten die vloeken of op straat pissen.Man pisst nicht inmitten einer Bat-Mizwa, du Idiot!
Je pist niet tijdens een bat mitswa, idioot!Und wo war der Riesen-Burgerjunge, der Senf pisst?
Waar was de Burgerreus die mosterd plast?Einen Schritt weiter und ihr pisst eine Woche lang nur Blitze!
Nog één stap en jullie pissen een week lang bliksemschichten!Jetzt pisst er sich 10-mal am Tag in die Hose.
Schijt hij zichzelf onder. Nu pist hij zich tien keer per dag onder en soms.Du pisst Feuer.
Je gaat vuur pissen.Er pisst immer noch Blut.
Hij pist nog steeds bloed.Ja, sie pisst auf den Teppich.
En dus pist ze op het tapijt.Nicht mehr lange, und Ihr Sohn pisst Blut.
Je zoon pist al bloed onderhand.Er scheißt… und pisst überallhin.
Hij schijt en pist overal.Aber Filmel ist ein Soldat, der Blut pisst.
Maar Filmel is een soldaat die bloed pist.Als ob einem ein Engel auf die Zunge pisst.
Een engeltje dat op je tong pist.Noch eine Unterbrechung und dieser Hund pisst auf Ihre Karriere.
Als u mij nog eens onderbreekt, pist deze hond op uw carrière.Du pisst auf mich!
