Voorbeelden van het gebruik van Pol in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Lesben durch einen Streifen Pol gebunden.
Dass alles ok ist. Er sollte uns anrufen, sobald er am Pol ankam.
Pol hat gesagt, Tiu hat Beweise gegen die und zwar eindeutige Beweise.
Da fühlt man sich wie ein Forscher, wenn man über den Pol fliegt.
Je voelt je een verkenner die over de pool vliegt.Pol hat mir alles erzählt.
Pol heeft me alles verteld.Aber der Wind dürfte so bleiben, bis wir den Pol erreicht haben.
Maar ze zeggen ook dat de wind aanhoudt totdat we pool bereiken.Pol, gib ihm zehn Schillinge, für Schuhe. War es das, John?
Geef hem tien shillings voor schoenen, Pol Was dat het John?Biagi, wir nähern uns dem Pol.
Biagi, we naderen de pool.Derzeit in einem Multiplex auf der Frequenz 12,070 GHz, pol.
Momenteel in de multiplex op een frequentie van 12,070 GHz, pol.Die Tardis ist am Pol.
De TARDIS staat op de pool.Was sagt er? Pol, jetzt.
En wat zei hij? Nu, Pol.Tante Pol, was machst du da?
Tante Pol, wat doet u?Und Tante Pol will dich sehen.
En tante Pol wil je spreken.Habt ihr Pol gesehen? -Ja.
Heb je Pol gezien?- Ja.Du hast recht, Pol, Freddie sollte hier sein.
Je hebt gelijk, Pol, Freddie zou er moeten zijn.Tante Pol, tut mir leid.
Tante Pol, het spijt me.Du kannst Rosen pflanzen, Pol.
Je kunt rozen planten, Pol.Du kannst Rosen züchten, Pol.
Je kan rozen gaan kweken, Pol.Polly!- Gehen wir, Pol.
Polly! We gaan, Pol.Aber ich kann nicht, Pol.
Dat kan ik niet, Pol.
