Voorbeelden van het gebruik van Schaeffer in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dr. Schaeffer?
Was Schaeffer betrifft.
Wat Schaeffer betreft.Mike. Mike Schaeffer.
Mike Schaeffer. Mike.Was sagt Schaeffer?
Wat zegt Schaeffer ervan?Rufen Sie Schaeffer her.
Laat Schaeffer hier komen.Ich sehe Sie, Schaeffer.
Ik heb ogen op u, Schaeffer.Adam Schaeffer, mein Architekt.
Adam Schaeffer, Mijn architect.Rufen Sie Schaeffer her.
Laat Schaeffer hierheen komen.Schaeffer? Keine Ahnung?
Ik doe niet. Schaeffer?Thomas Schaeffer ist verhaftet worden.
Thomas Schaeffer is gearresteerd.Ich sehe Sie, Schaeffer.
Ik heb je in het vizier, Schaeffer.Jac Schaeffer hat Großartiges geleistet.
Jac Schaeffer heeft het geweldig bedacht.Ja, außer Roy Schaeffer.
Allemaal behalve één, Roy Schaeffer.Schaeffer schrieb ihn gleich ab.
Schaeffer schreef hem meteen al af.Gerichtspsychiater Thomas Schaeffer. -Hallo.
Dit is onze forensisch psychiater, Thomas Schaeffer.Das ist Schaeffer. Das ist er.
Dat is hem, dat is Schaeffer.Das ist Schaeffer, unser Mann.
Dat is Schaeffer, onze contactpersoon.Lassen Sie sie los, Schaeffer!
Laat haar los, Schaeffer.Ich bin Mrs. Schaeffer.
Ik ben MIS Scheffer.Stoßen wir auf Roy Schaeffer an.
Laten we eens een toast op Roy Schaeffer.
