SCHWÄCHER - vertaling in Nederlands

• zwakker
• verzwakken
• verzwakt
• geringer
• slapper
• zwak
• zwakkere
• vager

Voorbeelden van het gebruik van Schwächer in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Das kann sie schwächer oder stärker machen.
Ze kunnen zwak worden, ze kunnen sterk worden.

Er war schwächer als sie!
Ze namen 'n zwakkere te grazen!

Und er macht die schwächer, die gewinnen werden.
Door hen af te weren. Hij verzwakt degenen die zullen winnen.

Werde ich schwächer.
Word ik zwakker.

Ihre Muskeln werden schwächer.
Haar spieren worden slapper.

Das kann sie schwächer oder stärker machen.
Ze kunnen zwak of sterk worden.

Es gibt kein stärker oder schwächer.
Er is geen sterkere of zwakkere.

Du wirst schwächer.
Jij wordt zwakker.

werde ich schwächer.
raak ik verzwakt.

Nadeschda sagt, er wird schwächer und bei der Arbeit oft ohnmächtig.
Nadezjda zegt dat hij zwak is en vaak flauwvalt op 't werk.

Und schwächer.
En zwakker.

Sie wurde schwächer, aufgrund der Unterernährung.
Ze was zwak door ondervoeding.

Er wurde schwächer innerhalb einer Woche.
Hij werd deze week zwakker.

Das Signal wird schwächer.
Het signaal is zwak.

Unsere Freunde und Familie machen uns nicht schwächer.
Vrienden en familie maken ons niet zwakker.

Ihr Puls wird schwächer.
Hartslag wordt zwak.

Und ich wurde immer schwächer.
En ik werd steeds zwakker.

Du weißt, dein Dad ist schwächer als ein Katzenjunges.
Je weet dat je vader nog zeer zwak is.

Jerry, Sie sind nicht schwächer.
Jerry, je bent niet zwakker.

Er will nichts essen, und darum wird er schwächer.
Hij wil niet eten en wordt zwak.