SPION - vertaling in Nederlands

spion
agent
spitzel
maulwurf
geheimagent
ausspionieren
spy
mol
maulwurf
spion
spitzel
ratte
insider
ziesel
boudelaire
v-mann
moll
bespioneren
ausspionieren
nachspionieren
bespitzeln
beobachten
spion
nachzuspionieren
du spionierst
ausspionierst
bespitzelung
agent
officer
polizist
cop
bulle
constable
wachtmeister
deputy
polizei
beamte
kijkgaatje
spion
guckloch
infiltrant
insider
maulwurf
informant
spitzel
spion
infiltrator
eindringling
v-mann
verdeckter ermittler
eingeschleust
spionnen
agent
spitzel
maulwurf
geheimagent
ausspionieren
spy

Voorbeelden van het gebruik van Spion in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Glauben Sie es mir, ein Spion will nicht, Ganz egal,
Spionnen willen niet
Wir glauben, der Spion hat sensible Informationen weitergeleitet.
We denken dat de infiltrant gevoelige informatie heeft doorgegeven.
Sir, wir haben unseren Spion verloren.
Sir, we zijn onze mol kwijt.
Das beweist, dass ein Spion in den Staaten ist.
Het bewijst dat er een agent in de VS is.
Verlang das nicht. Ich bin kein Spion.
Vraag dat niet van me. Ik ben geen spion.
Ich sehe Sie durch Ihren umgedrehten Spion.
Ik zie je door het omgekeerde kijkgaatje.
Dein Spion muss uns nicht beschatten.
We hebben geen spionnen nodig.
Gage war unser effektivster Spion.
Gage was onze beste agent.
Danberg war nicht der Spion, wie?
Niet Danberg is de mol, maar jij?
Jemand vom Sicherheitsteam könnte ein Spion sein und ein Attentat ausführen.
Iemand in het beveiligingsteam kan een infiltrant zijn met een missie.
sie ist ein Spion.
ze is een spion.
Durch meinen Spion.
Door m'n kijkgaatje.
Kein Spion stirbt mehr.
Er sterven geen spionnen meer.
Ich bin kein Spion mehr.
Ik ben geen agent meer.
Ich sagte ihm, er habe einen Spion.
Ik zei Blaise dat hij een mol had.
Anna Cartwright ist kein Spion.
Anna Cartwright is geen spion.
Ich beobachtete ihn durch den Spion.
Ik keek naar hem door het kijkgaatje.
Bist du ein Spion?
Ben je een infiltrant?
Was?- Du bist der Spion von Nesselbrand?
Je weet wat we doen met spionnen.
Einmal Spion, immer Spion.
Eens een agent, altijd een agent.
Uitslagen: 2500, Tijd: 0.2853

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands