Voorbeelden van het gebruik van Tere in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wie geht's, Tere?
Ich suche Tere. Hi.
Hallo. Ik zoek Tere.Tere! Hilf mir jemand.
Help me dan. Tere.Schau! Mari Tere….
Kijk, Mari Tere.Tere schleicht hinter die Bühne.
Tere glipt achter het podium weg.Tere González hatte eine Überdosis.
Tere González heeft een overdosis genomen.Wo sind die anderen? Tere.
Tere. Waar zijn de anderen?Es ist lange her. Tere.
Tere.-Het is te lang geleden.Was? Bis morgen. Tere.
Wat? Tere. Tot morgen.Was machst du hier? Tere.
Tere. Wat doe je hier?Sie werden nicht aufhören, Tere.
Ze houden niet op, Tere.Wo zum Teufel ist Tere?
Waar is Tere?Tere blieb mit den Enkeln zurück.
Tere bleef achter met de kleinkinderen.Die sind überall, Tere.
Ze zijn overal, Tere.Du magst Tere wirklich, was?
Je vindt Tere echt leuk, hè?Tere, sieh dir das an.
Tere, moet je dat zien.Ich bin Sozialarbeiterin. Hallo, Tere.
Hoi, Tere. Ik ben maatschappelijk werkster.Bis morgen. Tere. Was?
Wat? Tere. Tot morgen?Tere… so habe ich es nicht gemeint.
Tere… Ik bedoelde het niet zo.Was erzählt mir Tere da?
Wat vertelde Tere me allemaal?
