GO TO THE PARK - vertaling in Nederlands

• gaan naar het park
• naar het park
• ga naar het park

Voorbeelden van het gebruik van Go to the park in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

I will go to the park with my dad mother.
Ik zal naar het park gaan Mijn moeder houdt van mij.

You can go to the park, you can play football, baseball.
Je kan naar het park gaan, je kan football, spelen, honkballen.

We could go to the park, ask her friends.
We kunnen naar het park gaan, en het aan haar vrienden vragen.

You wanna go to the park?
Wil je naar 't park?

Maybe when I get home we can go to the park.
Misschien kunnen we naar het park gaan als ik thuis ben.

Get some ice cream? Go to the park?
IJsjes halen? Naar 't park?

Or go to the park and watch the skaters… that sort of thing.
Naar het park gaan en naar de schaatsers kijken, dat soort dingen.

What? Let's go to the park, and go for a run?
Laten we naar het park gaan en gaan rennen. Wat?

Come on, baby girl. Let's go to the park.
Kom op, schatje Laten we naar het park gaan.

Can we go to the park later, Anita?
Kunnen we later naar het park gaan, Anita?

I gotta go to the park.
Ik moet naar het park.

Maybe we could go to the park.
We zouden naar het park kunnen gaan.

Let's go to the park.
Kom mee naar het park.

The next morning go to the park.
De volgende morgen op naar het park.

We should go to the park.
We zouden naar het park moeten gaan.

Let's go to the park!
We gaan naar het waterpark.

I thought maybe we could go to the park.
Misschien kunnen we naar het park gaan.

Danny, wait. Look, can we go to the park and talk?
Kunnen we in het park even praten? Danny, wacht?

I thought we would go to the park.
Ik wilde naar het park.

Tomorrow we can go to the park.
Morgen kunnen we naar de park gaan.