RINGING THE BELL - vertaling in Nederlands

• het luiden van de bel
• aanbellen
• de bel
• de klok te luiden

Voorbeelden van het gebruik van Ringing the bell in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

You must ring the bell to enter.
Je moet aanbellen om binnen te komen.

Ring the bell at the white door.
Bel aan bij de witte deur.

I can't ring the bell and ask again.
Ik kan niet aanbellen en het weer vragen.

Whoever rang the bell rope must have come right over to the desk.
Wie aan de bel trok, moet naar 't bureau zijn gekomen.

Shouldn't you ring the bell or something?
Moet je niet aanbellen of zo?

Ring the bell when you want something.
Bel als u iets nodig hebt.

Please ring the bell at night.
Aanbellen aub BIJ NACHT.

Then ring the bell and go up to the 5'th floor.
Vervolgens op de bel en ga tot aan de 5'th verdieping.

When I ring the bell, you show up for class.
Als ik bel, kom je.

Ring the bell when you're done.
Aanbellen als je klaar bent.

A fella who would ring the bell for once Along.
Een kerel voor wie de bel zou klinken en niet de gong.

Ring the bell, and then… Climb the steps.
Aanbellen, en dan… Beklim de trappen.

Ring the bell for me.
Bel voor mij.

Maybe we should ring the bell, just in case.
Misschien moeten we toch even aanbellen.

Ring the bell, or text me. But next time.
Maar bel de volgende keer, of stuur een sms.

Let's go ring the bell.
Laten we aanbellen.

Ring the bell for Cesira.
Bel eens voor Cesira.

Jake wouldn't ring the bell.
Dat kan niet. Jake zou niet aanbellen.

The lady went to open it.- someone rang the bell.
De bel ging. Ze deed open.

I'm gonna ring the bell.
Ik ga aanbellen.