Voorbeelden van het gebruik van The chemist in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Moran knew the chemist whose drugs got me arrested.
You can ask the Chemist.
I'm going to the chemist.
The chemist is a Werner Christinger from the Basel Institute of Technology.
De scheikundige is ene Werner Christinger van het Basel Technologie Instituut.I buy them in the chemist, for lancing my carbuncle, on medical advice.
The chemist said you would been working with a drug like this.
Volgens de apotheker werkt u met een soortgelijk middel.The chemist? I found the guy you look for.
De chemist? Ik vond You can ask the Chemist.
Vraag de Chemicus maar.I got you this. From the chemist.
Ik bracht dit mee van de apotheek.I think I need to go to the chemist.
Ik moet naar de drogist, denk ik.The chemist and the sniper both performed jobs that involved families.
De scheikundige en scherpschutter namen opdrachten aan met gezinnen.The chemist must know something.
De apotheker moet iets weten.I found him. The chemist?
De chemist? Ik vond I was gonna be the chemist to do it.
Ik zou de chemicus worden omdat te doen.We were at the chemist.
We waren bij de apotheek.What? Yeah, I think I need to go to the chemist.
Ik moet naar de drogist, denk ik.-Wat?Helfrich was the chemist he used to manufacture the pesticide.
En Helfrich was de chemicus die het produceerde.Carefully. There she is, the chemist of the hour.
Daar is ze, de apotheker van het uur. Voorzichtig.You don't need to go to the chemist anymore.
Je moet niet meer naar de apotheek.At worst this could be attributed to a mistake by the chemist who mixed it.
Het slechtste dat kon worden verondersteld was een vergissing van de chemist.
