Voorbeelden van het gebruik van Together in a house in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
He lives together in a house in Belgium.
He lives together in a house in Köln.
Hij woont samen in een eigen huis He lives together in a house in Rottach-Egern.
Hij woont samen in een eigen huis He lives together in a house in Dinslaken.
Hij woont samen in een eigen huis He lives together in a house in Barcelona.
Hij woont samen in een eigen huis He lives together in a house in Switzerland.
Hij woont samen in een eigen huis He lives together in a house in Hamburg.
Hij woont samen in een eigen huis He lives together in a house in Mettnau.
Hij woont samen in een eigen huis She lives together in a house in London.
Zij woont samen in een eigen huis She lives together in a house in Hamburg.
Zij woont samen in een eigen huis She lives together in a house in München.
Zij woont samen in een eigen huis She lives together in a house in Berlin.
Zij woont samen in een eigen huis She lives together in a house in Kitzbühel.
Zij woont samen in een eigen huis She lives together in a house in Bergheim.
Zij woont samen in een eigen huis He lives together in a house in France.
Hij woont samen in een eigen huis She lives together in a house in Madrid.
Zij woont samen in een eigen huis She lives together in a house in Australia.
Zij woont samen in een eigen huis She lives together in a house in Italy.
Zij woont samen in een eigen huis She lives together in a house in Mainz.
Zij woont samen in een eigen huis He lives together in a house in Israel.
Hij woont samen in een eigen huis 
