FRIEDA - vertaling in Nederlands

• frieda
• freida

Voorbeelden van het gebruik van Frieda in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Ma pauvre soeur frieda!
M'n arme zus Frieda.

Non, moi c'est frieda.
Nee, nee Ik ben Frieda.

Frieda, surtout.
Frieda in 't bijzonder.

Frieda a raison.
Frieda heeft gelijk.

Sans doute plus que frieda.
Waarschijnlijk veel aardiger dan Frieda.

Qui est Frieda?
Wie is Frieda?

Et frieda? Que deviendra-t-elle?
En Frieda, wat zal er met haar gebeuren?

Frieda est mon amie.
Frieda is mijn vriendin.

Pas vrai, Frieda?
Nietwaar, Frieda?

Nous devons renverser Frieda.
Wij moeten Frieda.

Frieda fut demoiselle d'honneur.
Frieda was een schattig bruidsmeisje.

Toi aussi, Frieda?
Jij ook, Frieda?

Frieda, c'est fini!
Frieda, het is voorbij!

Alors que vous brûlez maria, frieda fait d'autres victimes!
Frieda is de slechte. en terwijl jullie dit onschuldige meisje… verbranden, maakt ze nog meer slachtoffers!

Frieda, que fais-tu?
Frieda, Wat doe je?

Qui aurait cru ça de Frieda.
Wie had dat van Frieda gedacht?

Frieda, voici ma femme, Helena.
Frieda, dit is mijn vrouw Helene.

Lieberman a interrogé Frieda Maloney.
Lieberman heeft Frieda Maloney bezocht.

alors qu'avec frieda, on apprend chaque jour.
een open boek… terwijl je bij Frieda 't gevoel krijgt dat je haar nooit echt zal kennen.

Frieda Short, j'habite en dessous.
Frieda Short, van beneden.