GERDA - vertaling in Nederlands

• gerda

Voorbeelden van het gebruik van Gerda in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Mayme, c'est encore Gerda.
Hallo, Mayme. Hier Gerda weer.

La belle… et impudique Gerda.
Mooi Schaamteloze Gerda.

Je suis décidé, Gerda.
Mijn besluit staat vast gerda.

STEEGMANS, Gerda à Lummen;
STEEGMANS, Gerda te Lummen;

VAN LEUVEN, Gerda à Malines;
VAN LEUVEN, Gerda te Mechelen;

Gerda et moi veillerons sur elle.
Gerda en ik zullen voor haar zorgen.

Gerda je ne me sens pas bien.
Gerda, ik voel me niet goed.

Gerda, je sais ce que je fais.
Gerda, Ik weet wat ik doe.

WAUTERS Gerda, adjoint du directeur(15/11/2002);
WAUTERS Gerda, adjunct van de directeur( 15/11/2002);

Gerda, tout ceci n'est pas nécessaire?
Gerda, dit kan toch niet waar zijn?

J'ai besoin que tu me crois, Gerda.
Je moet me geloven gerda.

Gerda, je ne suis pas sûr de pouvoir t'accompagner.
Gerda, Ik ben niet zeker dat ik dit kan.

Jongkind, Gerda, née à Rotterdam(Pays-Bas)
Jongkind, Gerda, geboren te Rotterdam( Nederland)

Tu n'as plus à t'inquiéter pour moi, Gerda.
Je moet je geen zorgen meer over mij maken, gerda.

Non, Gerda, pas question que je la mette.
Nee, gerda, ik doe het niet aan.

Gerda, je veux devenir une femme, pas un peintre.
Gerda, Ik wil vrouw zijn ,geen schilder.

je me suis réveillé, chez Frau Gerda.
ik wakker werd bij Frau Gerda.

Gerda, pourquoi est-ce que tu n'y va pas?
Gerda, waarom ga je niet weg?

Caron Gerda, greffier en chef du tribunal du travail d'Anvers 8.04.03.
Caron Gerda, hoofdgriffier van de arbeidsrechtbank te Antwerpen 8.04.03.

Ma mère s'appelait Gerda Cremers.
Mijn moeder heette Gerda Cremers.