MANON - vertaling in Nederlands

• manon

Voorbeelden van het gebruik van Manon in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Réfléchis, Manon!
Denk goed na, Manon.

Qu'en pense Manon?
Wat denkt Manon?

Bonjour, ma petite Manon.
Goeie morgen, mijn kleine Manon.

Manon voulait que je vienne.
Manon wilde dat ik kwam.

Elle s'appelle Manon.
Ze heet Manon.

Manon, prends mes cicatrices.
Manon, neem mijn littekens weg.

Il essaie de dire Manon.
Hij probeert Manon te zeggen.

Oui, Manon et aussi docteur.
Ja, Manon en dokter ook.

Manon, je compte sur toi.
Manon, ik reken op je.

C'est un M pour Manon.
Dat is een M die staat voor Manon.

C'est le mouchoir de Manon.
Dit is de zakdoek van Manon.

Manon est une des rares à être revenue.
Manon is teruggekeerd, een van de weinige.

Manon, comment vas-tu?
Manon, hoe gaat het nu?

Cette fille, c'est pas Manon.
Die meid is niet Manon, zo eenvoudig is het.

C'est Manon, la fille du bossu.
Het is Manon, de dochter van de Bochel.

Prix Méliès pour Manon.
Dat is een prijs op AnimeCon.

Manon n'est pas comme les autres filles.
Manon is niet zoals de andere meisjes.

Restée seule, Manon s'interroge.
Ze ziet Manon alleen vertrekken.

C'est pour que Manon te reconnaisse.
Dit ding hier betekent dat Manon jou zal herkennen.

Je vais aller voir Kevin et Manon.
Ik ga langs bij Kevin en Manon.