MARKUS - vertaling in Nederlands

• markus

Voorbeelden van het gebruik van Markus in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Professeur Dowling ou Markus?
Professor Dowling of Markus?

Lui et Markus était amis.
Hij en Markus waren bevriend.

Markus, partage ça avec Rudy.
Markus, verdeel dit tussen jou en Rudy.

Markus ne va pas être content.
Maar Markus zal niet blij zijn.

C'est toi, Markus?
Ben jij Markus?

La victime s'appelle Markus Kuzmenko.
Het slachtoffer heet Markus Kuzmenko.

Tu connais ce Markus?
Ken jij die Markus figuur?

Votre ami Markus la joue salement.
Je vriend Markus speelt vies spel.

Markus allait être un grand écrivain.
Markus zou een groot schrijven worden.

Et ça c'est Markus, mec.
En zo is Markus, man.

Markus n'était pas une relation.
Markus was geen relatie.

Markus et moi avons eu un truc.
Hadden Markus en ik iets.

On garde Markus aussi longtemps que possible.
We houden Markus zo lang mogelijk vast.

Je ne témoignerai pas contre Markus Kane.
Ik zal nooit getuigen tegen Markus Kane.

Je m'appelle Leo Markus.
Bedankt. Ik ben Leo Markus.

Markus ne travaille pas comme ça.
Zo werkt Mr Markus niet.

Maquette, vue du nord © Markus Pillhofer.
Model, gezicht vanuit het noorden © Markus Pillhofer.

Réalisé par Markus Imhoof.
KIJKWIJZER Gemaakt door Markus Imhoof.

Markus Prässl est Directeur des Ventes.
Markus Präßl is verantwoordelijk voor de afdeling Sales.

Markus Prässl Markus Prässl est Directeur des Ventes.
Markus Präßl Markus Präßl is verantwoordelijk voor de afdeling Sales.