PIPI - vertaling in Nederlands

plassen
pisser
uriner
faire pipi
miction
pipi
lacs
flaques
aux toilettes
urination
envie
plas
flaque
lac
mare
pisse
pipi
urine
la pisse
pipi
plasje
pipi
flaque
pisser
pissen
pisser
pipi
pis
pisse
pipi
de l'urine
je pisse
pee
pipi
geplast
pisser
uriner
faire pipi
miction
pipi
lacs
flaques
aux toilettes
urination
envie
piesen
pisser
pipi

Voorbeelden van het gebruik van Pipi in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Ils doivent nous laisser faire pipi, pas vrai?
Ze moeten ons wel laten plassen, toch?
En 2016, elle joue dans le film d'horreur Arrêt Pipi.
In 2016 speelde zij in de horrorfilm Arrêt Pipi.
j'aille faire pipi.
Ik moet pissen.
Je ne vais pas passer le reste de ma vie à faire pipi debout.
Ik ga niet voor altijd staand m'n plasje doen.
Je dois faire pipi.
Ik moet piesen.
Il a bu son pipi! Il a bu son pipi!
Hij heeft z'n eigen plas opgedronken!
Les bébés font pipi et caca.
Baby's poepen en plassen.
Il apprend ainsi que le pipi, c'est pour le pot.
Zo leert het makkelijker dat pipi voor het potje is.
Miss-Piss est de retour pour plus de plaisir pipi.
Miss-Piss is terug voor meer pee fun.
Je vais aller faire pipi.
Ik ga pissen.
Trempé dans pipi.
Gedrenkt in pis.
Les mecs ne font pas pipi, on.
Mannen doen geen plasje, we.
Je ferai pipi pour deux semaines.
Ik moet voor twee weken piesen.
J'ai fait pipi là-dedans.
Ik heb in dit bakje geplast.
Mais il a mal lu mon pipi!
Maar hij heeft mijn plas verkeerd gelezen!
Plus de pêche ou de pipi dans les bois.
Geen visspiesen meer, en gedaan met plassen in het bos.
Dans le jeu, vous devez laisser PiPi sauter sans cesse.
In het spel moet je laten PiPi onophoudelijk springen.
Je vais faire pipi dans les bois une dernière fois.
Ik ga gewoon nog een keer een plasje doen in de bossen.
Je dois faire pipi.
Ik moet pissen.
Je viens de faire pipi.
Ik heb pas geplast.
Uitslagen: 168, Tijd: 0.1645

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands