TIM - vertaling in Nederlands

• tim
• tim's

Voorbeelden van het gebruik van Tim in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

J'étais mal, j'ai laissé Dick pour aller voir Tim.
Ik voelde me ziek. Ik liet Dick achter en ging naar Tim.

Tim m'en a parlé.
Ik hoorde het van Tim.

Ne t'en prends pas à Tim.
Reageer je niet af op Tim.

Regardez Tim et sa famille.
Kijk maar naar Tim.

Salsifi Salsifi est un extraterrestre vert, ami de Tim.
Laubieriellus salzi is een borstelworm uit de familie Spionidae.

Je croyais que c'était Tim.
Ik dacht dat het Tim was.

Ça va lui faire du bien de voir Tim"!
Het zal haar goed doen om Tim te zien!

Comment va Tim?
Hoe is het met Tim?

Je suis exactement comme Tim.
Ik lijk heel veel op Tim.

Je me demandais la même chose à propos de Tim Allen.
Dat vroeg ik me ook af van Tim Allen.

Ce siège est réservé pour Tim. Vous vous appelez Tim?
Ik geloof dat deze stoel is gereserveerd voor Tim.

Esprit, Dis moi ce qu'il va advenir de Tiny Tim…?
Geest, vertel me… Zal de kleine Tim.

Jean, comment va Tim?
Jean, hoe gaat 't met Tim daar?

C'est Tim qui me l'a appris.
Ik moest het van Tim horen.

Vous vouliez que je fasse attention avec le pasteur Tim et Alice.
Jullie wilden dat ik me bekommerde over pastoor Tim en Alice.

Tim ne devrait pas toujours porter le fardeau.
De last moet niet steeds op Tim vallen.

On va à la fête de Tim ensemble.
We gaan samen naar Tims feestje.

Je dirais qu'il est…- Enthousiaste qu'on utilise Delilah pour une autre opération sous couverture avec Tim.
Ik zou zeggen dat zijn bereidheid om Delilah te gebruiken voor een andere undercover operatie overeenkomt met Tim's bereidheid.

la chaîne de restaurants Tim Feeny sera responsable de votre décision
Chef, maar de Tim Feeny restaurantgroep blijft verantwoordelijk voor jouw besluit

Et si je me tape Tim, mais que je te veux aussi toi?
Wat als ik wel doe met Tim, maar nog meer wil met jou?