Voorbeelden van het gebruik van Apocalyps in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Een kerel in een kostuum die de apocalyps voorspelt?
Iemand moet de vier Rijders van de Apocalyps oproepen.
Het komt wel goed. Apocalyps Now.
Alsof ze nog nooit 'n Apocalyps hebben gezien.
Het kan elke apocalyps zijn.
Dan komt de apocalyps.
Alleen kakkerlakken overleven de apocalyps.
was 2004 Lego's apocalyps.
Maar hij is verantwoordelijk voor de apocalyps.
Volgens hen is de apocalyps over drie dagen.
Ik kijk ernaar uit, Allfather. De apocalyps nadert.
Jij bent niet de apocalyps.
We hebben Moloch en de Apocalyps tegengehouden.
Dat we de apocalyps kunnen tegenhouden.
Dat is het begin van de Apocalyps.
Inquisiteur, klier, kind van de apocalyps.
mottige motelkamers, meer dan één Apocalyps.
Zoals de Apocalyps. Hoe zit het daarmee?
De apocalyps, hun plannen met mij.
Apocalyps is het enige dat hij kent.