Voorbeelden van het gebruik van Arne in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Arne en Janine, willen jullie beginnen?
Arne is een jongensnaam afkomstig uit Scandinavië.
Ooit van Arne en Carlos gehoord?
Ik sprak Arne over oudjaarsavond.
Arne werd bedrogen door VeriDrill.
Ik sta naast Arne.
Oud-Arnemuiden is rond 1440 door de Arne verzwolgen.
Ik kan niet naar de yoga met Arne.
Ben jij het? We wilden gewoon laten weten dat we aan jou en Arne denken.
Ja, van Arne.
Arne… Het is niet volgens het Christelijk geloof
je zaterdagavond feest viert… en dan…- Arne… Je weet wat ik bedoel.
Ze wachten heus geen acht arnes.
Als we de Tech moeten geloven nog twee arnes.
We bereiken het punt over 12 arnes.
Arne, nijptang!
Arne, wacht!
Arne, hou op.
Niet doen, Arne.
Arne, wees voorzichtig!